20 De mijnbouw in Ramsbeck rond het midden van de 19de eeuw
Foto van omstreeks 1910
Op een verhoogde locatie werd in 1854 het tot op vandaag goed bewaard gebleven representatieve gebouw van de mijnbouwdirectie opgericht. Als een deftige residentie troont het duidelijk boven de omliggende industrile gebouwen en woonhuizen uit. Het drie verdiepingen grote, rechthoekige gebouw is tegen de helling gebouwd. In 1928 kreeg het een serre en werd in 1952/53 als kantoorgebouw gemoderniseerd. Direct daarnaast bouwde men in 1949 een nieuw woonhuis voor de directeur van de mijn.
Het industrile centrum van het Ramsbecker mijnbouwgebied, zoals het in het midden van de 19de eeuw ontstond en tot ver in de 20ste eeuw behouden bleef, toont ons bovenstaande lithografie. Omstreeks 1860 door een kunstenaar uit Aken gemaakt, geeft het ons een gedetailleerd overzicht. Links voor zien we een hoge bergkegel, rechts verloopt een bergrug van het zuiden naar het noorden, daartussen een langgerekt dal, waarin rijtjes huizen opgaan in de achtergrond. Rechts zijn de huizen van de Werdern. Onder is het riviertje Valme te herkennen met rechts het aangrenzende complex van de machinegieterij, evenals de zogeheten waterburcht, die uit plaatsgebrek boven de rivierbedding werd gebouwd. De resten van de tweede geplande waterburcht zijn later afgebroken. Het huis van de mijnbouwdirectie staat rechts aan de helling, met twee torentjes, een gevel met vensters en een boogvormige ingang. Daar links tegenover de laad- en hoogoveninstallaties. Iets verder noordelijk staat het woonhuis met de klokkentoren op het dak.
Dominerend op de voorgrond staan de gebouwen van de erts-verkleiningmachines en de hoogovens, die gedetailleerd zijn weergegeven: grote hallen met rokende pijpen, waarvan de architectuur tot op heden via de overblijfselen van de oude werkplaats behouden is gebleven. Kegelvormig schroeft zich voor ons de Bastenberg in de hoogte. De spiraalvormige stroken op de berghelling wijzen op de hopen gestorte ertsloze stenen. Bomen groeiden er niet. We herkennen daarnaast kleine huisjes, die op deze steenhopen staan. Die bevonden zich vaak in de buurt van de plek waar de mijngang aan de oppervlakte kwam en behoorden tot het geheel van bewerkingen. Direct vr de ingang van de mijn werd namelijk het ertsloze gesteente met de hand gescheiden van het ertshoudende. Dat ertsloze gesteente was nodig om het terrein voldoende steun te geven voor het transport van de ertsproducten. Het terrein werd als een soort viaduct gebruikt, waarover men het uitgesorteerde erts naar het dal vervoerde. Daar werd het in de verhittings- en smeltovens tot metaal verwerkt resp. verder verwerkt. In Ramsbeck ging het daarbij alleen om looderts. Het uitsorteren gebeurde in de zomermaanden, terwijl het erts in de winter opgestapeld en steeds opnieuw uitgewassen werd.
Uit de lithografie blijkt duidelijk, dat de mijnbouw zich vooral aan de rand van het dorp afspeelde. Werdern vormde een buurtschap op zich. De dorpskern zelf bleef door de landbouw gedomineerd. Het beeld laat zien hoe het berglandschap van de Bastenberg volledig veranderde. De natuur werd niet meer als een eigen eenheid gezien, maar werd aangepast aan de behoeften van de mijnbouw. De Bastenberg heeft een directe relatie met het industrile complex. We zien rokende pijpen in het dal. Duidelijk te herkennen is de schoorsteen op de helling, waaruit de giftige gassen van de Ramsbecker hoogovens ontwijken. Het natuurlandschap is veranderd in een industrieel landschap. Mijnbouw en industrie domineren de afbeelding. De woonhuizen zijn daartegen onbelangrijke randverschijnselen. In 1912 werd de mijnbouw in de Bastenberg beindigd. Het zwaartepunt verlegde zich vervolgens naar de Drnberg.
De Industrile Revolutie in Duitsland veranderde traditionele leefgewoonten en ook steden, dorpen en landschappen. De lithografie geeft daarom een duidelijk beeld van de industrile veranderingen door de mijnbouw in Ramsbeck.
Foto van 1950
Direct onder het gebouw van de mijndirectie valt de blik op een huis voor meerdere gezinnen, dat eveneens in de Fransen-tijd in 1854 is gebouwd. Het stond midden in het industrile gebied. Opvallend zijn de hoge ramen, die de met leisteen beklede muren breken. De klok in de toren op het dak diende niet alleen voor de sier, maar wees kantoorpersoneel en arbeiders ook op het exacte begin en einde van de werktijd. Het huis werd later afgebroken. In een hoek van 90 graden hierop staat een langgerekt huis. Het diende eerst als magazijn. Daarna is hier een coperatieve winkel ingericht, waar de medewerkers levensmiddelen konden kopen. Sinds 1941 werd het door de medewerkers van de Stolberger Zink AG als woonhuis benut. Zoals enkele andere gebouwen valt het nu onder monumentenzorg.
Foto van 1950
In een n verdieping hoog vakwerkgebouw met vier puntdakjes waren de paarden voor het goederenvervoer en de koetsen ondergebracht. Deze paardenstal stond schuin tegenover het directiegebouw aan de andere kant van de straat. Toen paard en wagen steeds meer door trekkers en autos werden vervangen, zijn de paardenstallen omgebouwd tot garages. In de 1950-er jaren werd het gebouw afgebroken.
Foto van voor 1907
Enkele meters in noordelijke richting valt het oog op de voormalige zilversmelterij met de vier schoorstenen, gebouwd in 1854. In een vierkant staan hier links een woonhuis, waarin tijdelijk ook een bejaardenhuis was ondergebracht, in een rechte hoek daarop de voormalige openbare rokerij en, naar de straat, het in 1880 gebouwde ziekenhuis (tegenwoordig verpleeginrichting van patinten), waarin de zusters Franciscanessen uit de stad Olpe onder de leiding van de arts uit Ramsbeck voor de verpleging zorgden. Het totale complex laat zien, dat werken en wonen heel functioneel met elkaar in verbinding waren gebracht. De grote groentetuinen, die rechts op de helling lagen, vlakbij de industrile gebouwen, waren een onmisbare voedingsbron voor de mijnwerkers. Zij waren daarom voor de totale levensomstandigheden van belang.
Mijnbouw-wandelpad
Vereiniging Vrienden van het Sauerlandse Mijnbouwmuseum Bestwig-Ramsbeck e.V.