26 Willibald-mijngang IV
Al in 1668 werd in een beschrijvende mededeling over Ramsbeck onder andere ook de groeve “Dörnberg”, genoemd “….aldaar is zilver, lood en koper in de verkleinde brokstukken steen na de explosies gezien…” Sindsdien werden in de Dörnberg – zoals in de Bastenberg- talrijke mijngangen naar de ertsaders uitgehouwen. Daartoe behoren aan de westelijke zijde de Willibald-mijngangen I, II, III en IV op een hoogte van 523 tot 423 meter boven NAP.

In de Dörnberg, resp. Stüppel werd het erts afgebouwd in twee uitgestrekte mijnvelden, te weten het oostelijke veld (vlakbij de Aurora- en Margarethenschacht) en het westelijke veld (bij de blinde schacht 1). De in het oostelijke veld actieve mijnwerkers daalden met de liftkooi via de Auroraschacht in de mijn af.
Alle in het westelijke veld actieve mijnwerkers bereikten het ertswinningsgebied onder de Eickhoff-mijngang door de Willibald-mijngang IV, in de onmiddellijke omgeving van de was- en omkleedruimte.
In 1954 waren in totaal 611 personen in het Rambecker mijnbouwdistrict werkzaam. Daarvan kwamen er 285 uit Ramsbeck, 164 uit Andreasberg, 46 uit Elpe en Heinrichsdorf, 15 uit Heringhausen en 101 uit de verdere omgeving.

Na de ingebruikname van het nieuwe bedrijfscomplex vóór de Eickhoff-mijngang -het huidige mijnbouwmuseum- in november 1955 was dat tot aan de sluiting in 1974 de enige in- en uitgang voor alle mijnwerkers. De schachtinstallatie Aurora werd buiten bedrijf gesteld en de Willibald-mijngang IV gesloten. Van 1840 tot 1974 wonnen duizenden mijnwerkers in de mijnen van het Ramsbecker district zo’n 16,7 miljoen ton ruwe erts met een gemiddeld metaalgehalte van 4,8% zink, 1,7% lood en 17 gram zilver per ton.
Naar de Kaart
Naar het mijnbouw-wandelpad
Volgende Infobord
Drukversie
Naar de startpagina
Naar het overzicht infoborden
Mijnbouw-wandelpad
Vereiniging Vrienden van het Sauerlandse Mijnbouwmuseum Bestwig-Ramsbeck e.V.